Biljarten

Al wat ik weet over driebanden
Frans Hendrickx

Eddy Merckx is een wereldauthoriteit op gebied van drieband biljart. Hij werd 2x wereldkampioen, is wereldrekordhouder van de kortste match naar 50 punten (in 6 beurten!) en behaalde ettelijke Belgische, Europese titels en 4 maal de titel wereldkampioen landenteams met Frederic Caudron.

Hij won ook 11 World Cups en talloze tornooien in Europa, Azie en Amerika. Hij wil in dit boek AL zijn kennis over drieband delen met de lezers zodat ze van dit boek kunnen genieten en hun eigen niveau van het prachtige driebandspel zouden kunnen verbeteren.

100 jaar biljarten
Hans Coolegem

Een eeuw georganiseerd biljarten met de Koninklijke Nederlandse Biljartbond geeft de extreme veranderingen aan, die het biljartspel en de organisatie heeft ondergaan. Van puur amateurisme tot professionalisme, alsmede alle innovaties die er in die periode tot stand zijn gebracht.

Basisboek Biljarten
Cas Juffermans

Biljarten bestaat in 2011 honderd jaar
Basisboek Biljarten is zeer geschikt voor beginnende biljarters. Zij leren techniek, inzicht en een zuivere afstoot. Daarnaast lezen ze over materiaal, biljarthistorie en een aantal basisregels voor de technische uitvoering. De focus ligt op eenvoudige spelsituaties met duidelijke tekeningen ter illustratie.

Raymond Ceulemans, biljartfenomeen
W. Kleine

Raymond Ceulemans is een absoluut biljartfenomeen. Deze Belgische grootmeester verbetert zich, in zijn specialiteit driebanden, nog keer op keer. Meermalen werd hij Europees en wereldkampioen en in de afgelopen jaren scoorde hij zijn hoogste moyenne en de hoogste serie ooit. In feite keek niemand echt vreemd op toen Ceulemans in oktober 2001 na zestien jaar weer WERELDKAMPIOEN driebanden werd.
Maar het is een misverstand te denken dat Ceulemans alleen in het driebanden furore maakte. Ook in het kader en bandstoten veroverde hij internationale en wereldtitels. En bij is nog altijd regerend wereldkampioen libre, een titel waar echter sinds 1969 niet meer om wordt gebiljart. Zijn droom is ooit met zijn zonen Kurt en Koen en kleinzoon Peter in een echt driebanden-team te spelen.

Snooker

De onbereikbare snookerkoning
Hans van Wetering

Ronnie O’Sullivan is sinds twee decennia de onbetwiste koning van het snooker spel. Hij is veel sneller dan alle anderen en kijkt erbij of hij de afwas aan het doen is. In belangrijke partijen speelt hij deadpan afwisselend met links en rechts, tot wanhoop van zijn tegenstanders. Oud-wereldkampioenen spreken over pure poëzie, over buitenaards talent. Maar alleen als hij er echt zin in heeft speelt de vijfvoudig wereldkampioen iedereen weg. Want hij is niet alleen gezegend met (te) veel talent, O’Sullivan is ook een grillige, mysterieuze figuur wiens lange carrière een aaneenschakeling is van relletjes. Hij speelde op zijn sokken als hij daar zin in had, liep middenin partijen weg, schold scheidsrechters uit en weigerde toen hij op het punt stond een maximumbreak te maken – het snookerequivalent van een hole in one – de laatste bal te spelen omdat hij de beloning voor die bijzonder prestatie te minnetjes vond. En dan was er nog die andere rode draad in zijn carrière; telkens weer beweert O’Sullivan dat hij ermee stopt, dat hij genoeg heeft van het spel, om vervolgens na een lange periode van inactiviteit – geplaagd door verslavingen en depressie – waarin niemand weet waar hij uithangt plotseling op te duiken en iedereen weg te spelen. Hans van Wetering, zelf hartstochtelijk fan, volgde O’Sullivan de afgelopen twee jaar en ging aan de vooravond van het laatste WK naar hem op zoek.